Winkeliers Helftheuvel nodigen Quiet uit voor de langste ontbijttafel

Waar gewoonlijk de winkelwagentjes door de gangen zoeven stond op een zondagochtend een lange tafel klaar voor een ontbijt. De winkeliersvereniging van de Helftheuvel Passage had tachtig members van Quiet Den Bosch uitgenodigd om in hun winkelcentrum aan te schuiven aan de langste ontbijttafel van Den Bosch. Een geweldig idee, waarbij iedereen kon genieten van een rijkgevulde tafel.

door Corine Lamers

Hoe kwamen jullie op het idee?

Gery de Bruin, voorzitter van de winkeliersvereniging, vertelt dat dit al langere tijd een wens van hem was. ‘Op sociale media had ik al eens gezien dat in andere steden winkelcentra dit georganiseerd hadden. En nu we werken met een nieuw evenementenbureau konden we dit ook bij ons realiseren. Samen bekeken we hoe we hier uitvoering aan konden geven en bedachten we wie we hiervoor konden uitnodigen.’

‘We hebben toen contact opgenomen met Quiet Den Bosch. Zowel de winkeliersvereniging als ook een aantal afzonderlijke winkeliers, waaronder ikzelf, werken al langere tijd met hen samen. Eén keer per kwartaal schenk ik bijvoorbeeld een lingeriesetje uit mijn assortiment aan een van de members. Het is een goede organisatie waar ik graag mee samenwerk en de onderlinge contacten zijn prima. Via hen konden we dus tachtig mensen verwelkomen aan onze tafel.’

Hoe verliep het?

Zondag 18 februari was het dan zover. Een deel van de overdekte winkelpassage was gezellig ingericht met een lange tafel ingedekt met witte kleden, mooi servies en aan weerskanten vrolijk gekleurde stoelen. De bloemist had kleurrijke boeketjes bloemen neergezet en er stonden vruchtensappen, schalen met fruit, koffie, thee en diverse soorten broodbeleg. De heerlijke geur van vers gebakken broodjes en krentenbollen kwam de gasten tegemoet.

Niet alleen de winkeliers van de Helftheuvel droegen hun steentje bij door het sponsoren van producten of met het helpen bij de organisatie. Er waren ook mensen van de gemeente, bestuursleden van de Vereniging van Eigenaren en de wijkmanager aanwezig. Gezamenlijk hielpen ze mee met het uitserveren. Toen alle gasten voorzien waren zocht iedereen een plaatsje aan de dis en werd er over en weer gepraat en vooral ook naar elkaar geluisterd. Er ontstonden nieuwe contacten en er werden interessante gesprekken gevoerd. En dit alles in een fijne sfeer. De muziek van Ar-Jane, de singer-songwriter die zichzelf begeleidde op keyboard, droeg daar zeker ook aan bij.

Verder lezen →

Restaurant Gusto steunt Quiet met culinaire verwennerij

Vanaf het moment dat Albert van den Dungen, de enthousiaste eigenaar van lunchroom en trattoria Gusto hoort over het bestaan van stille armoede, besluit hij regelmatig een tafeltje vrij te houden voor members van Quiet Den Bosch. Gewoon omdat het fijn is om wat te kunnen betekenen voor mensen die het financieel wat minder hebben.

door Corine Lamers

Hoe kwam je in contact met Quiet?

Albert gaat er eens goed voor zitten en vertelt: ‘Ik raakte met hen in gesprek en kreeg toen de vraag of ik iets kon doen voor mensen die nooit uit eten gaan omdat ze zich dit niet kunnen permitteren. Ik dacht toen: waarom zou ik het niet doen? En het is me hartstikke goed bevallen. Nu komen er een aantal keren per maand members van Quiet voor een uitgebreide lunch of een diner. Door die gratis aan te bieden, bezorg ik de mensen een fantastische middag of avond en dat geeft mij een mooi, voldaan gevoel.’

Hoe gaat het in zijn werk?

‘Wij krijgen vanuit Quiet een reservering binnen. Dat kan gaan om een gezin of een stel, of om vrienden. Die krijgen dan een mooi tafeltje en kunnen bestellen waar ze zin in hebben. En als ze dan nog een dessertje of een glas wijn willen, dan is dat prima. Het gaat om de beleving. Zij zijn er een keer uit en wij zorgen voor de gezelligheid. Je merkt aan de mensen dat ze het heel fijn vinden. We zien het hier elke week: als het op een moment niet zo goed met je gaat, ben je blij dat er mensen zijn waar je welkom bent, die je gastvrij ontvangen en met respect behandelen. Dat hoor ik ook steeds weer terug van onze gasten.’ Albert staat op om een kaart van het prikbord in het restaurant te halen. Het is een persoonlijk bedankje van één van de members voor een fantastische avond. ‘Kijk, dat is nou zo fijn,’ zegt hij terwijl hij de kaart terughangt op zijn prominente plek.

Was je bekend met het begrip stille armoede?

‘Eigenlijk wist ik daar niet veel van. Ik had geen idee dat zoveel mensen moeite hadden om rond te komen en ik had ook een heel andere kijk op mensen die in de financiële ellende zitten. Maar doordat ik via Quiet met ze in contact kom en door de gesprekken die ik nu heb, zie ik dat het iedereen kan gebeuren. Als je pech hebt door het verlies van je baan, door een scheiding of doordat je niet de goede hulp kunt krijgen, dan gaat het soms mis. Dat heeft mijn blik op armoede echt veranderd. Er zitten zoveel fijne mensen in onze stad in moeilijke omstandigheden. En als je zelf een mooie boterham verdient, als je het goed hebt, dan is het toch mooi om voor die mensen wat te kunnen doen.’

Dus ze kunnen op je blijven rekenen?

‘We gaan hier gewoon mee door,’ beaamt hij. Ook over de samenwerking met Quiet is Albert meer dan tevreden. ‘Ze houden je altijd op de hoogte en zijn heel discreet, want dat is ook belangrijk. En ik vind het goed om te zien dat de organisatie groeit en dat ze daardoor voor steeds meer mensen die het nodig hebben, wat kunnen doen.’ Hij hoopt dan ook dat meer horecazaken zich zullen aansluiten. ‘Je kunt toch gewoon vier koppen koffie weggeven en een gebakje. Waar hebben we het eigenlijk over. Het is niks, hè? En je bezorgt er mensen zo’n fijne tijd mee.’

https://quiet.nl/quiet-den-bosch/nieuws-verhalen/restaurant-gusto-steunt-quiet-met-culinaire-verwennerij/

https://www.kliknieuwsdenbosch.nl/nieuws/verenigingen/219989/restaurant-gusto-in-den-bosch-steunt-quiet-met-culinaire-verw

Een veelkleurig fiesta uit de oven

Haal je sombrero maar uit de kast, want we gaan vandaag op de Mexicaanse toer. Met bonen, tomaten en mais op twee manieren. Pittig, maar niet te heet. Precies goed om de dag een beetje op te spicen. Om te beginnen moeten roodbruine kidneybonen en goudgele maiskorrels bevrijd worden uit hun blikken. Maar voor het zover is breekt het lipje van één van de deksel natuurlijk weer af. Een welgemeend: infierno y condenación, of zoals u wilt 👿🌩, richting de bedenkers van deze methode. Zoals altijd biedt de goede oude blikopener uitkomst en even later glijden onze Mexicaanse vrienden soepel het vergiet in.

In de zwarte braadpan valt ondertussen het rundergehakt zacht sissend uit elkaar. Klaar om het geheime mengsel van kruiden op te nemen. Geheim? Nou ja, voor mij dan. Ik hoop dat ze bij Santa Maria weten welk mengsel ze in hun zakjes stoppen. Samen met de tomatenblokjes verspreidt het geheel een authentieke geur, door de combinatie van limoen, chili en komijn. Misschien ruik ik ook wel een vleugje kaneel? Na tien minuten zachtjes pruttelen is het mengsel klaar. Het stapelen kan beginnen.

In de grote witte ovenschaal komt op het gehaktmengsel eerst een laag maiskorrels en daarna een tapijtje van kidneybonen. Muy bien, dat gaat er goed uitzien. Een handvol geraspte jonge kaas nestelt zich tussen de bonen. En dan komt mais nummer twee: uit maïsmeel gemaakte, gefrituurde tortillachips. Een royale laag gaat over de bonen. Krakend zoeken de chips mooie plekjes tussen hun gekronkelde soortgenoten en omarmen ze de kaas die onder hen ligt. Om onbalans te voorkomen, is het aan te raden ook een laagje kaas over de bovenkant van de chips te strooien.

Als finishing touch, een aantal dunne ringen paprika. Bij voorkeur gesneden uit een rijp en intens rood exemplaar, die groeide onder de stralende Mexicaanse zon, maar anders gewoon een mooi glanzende uit de Hollandse kas. De schaal moet nog een half uurtje in de oven en dan amigo’s: aan tafel. Ik zou bijna zeggen caramba wat lekker, maar dat is Portugees.

Smaakmaker in aardse vermomming

Wat is er nu beter tegen een winterdip dan Hollands comfortfood? Stamppot dus. Vandaag met aardappel, andijvie en knolselderij. Voor een vleugje je ne sais quoi. De aardappels zijn al geschild en voorgekookt, tja, gemak dient de mens, dus ze kunnen zo in de grote pan die al klaar staat op het fornuis.

De knolselderij is eigenlijk te mooi om bruut in stukken te snijden. De knoestige onderkant waarmee hij nog maar kort geleden vastzat in de drassige klei zit vol met grillige uitstulpingen, op de plekken waar de wortels zonder pardon zijn afgekapt. Het lijkt een maanlandschap, maar dan uit de Nederlandse bodem. Het grote mes maakt er korte metten mee. Zonder veel weerstand te bieden valt de oerknol in schijven op de snijplank.

Meteen is daar die geur. Aards en nootachtig. Maar die ervaar je alleen als hij net gesneden is, anders ruikt hij zuur en ranzig. Ontdaan van de schil, gaan de plakken in blokken van zo’n twee centimeter, bovenop de aardappelen die nog geduldig liggen te wachten. Een theelepeltje zout, een flinke bodem water en koken maar. Na 25 minuten heeft de geur van de selderij zich door het hele huis verspreid. Niet iedereen is enthousiast.

Voordat de andijvie erbij kan moet er eerst gestampt worden. Met een ouderwetse stamper, traditie is hierbij heilig. Samen met melk, boter, peper en nootmuskaat wordt het de opmaat naar een heerlijk gerecht. Wat nog mist is kleur. Frisgroene, fijngesneden andijvie gaat daarvoor zorgen. In zijn rauwe vorm welteverstaan. En dan een beetje krachtig doorroeren want je wilt niet dat die knisperende jongens slap worden. Dit alles verwarmen op een niet te grote pit, zo voorkom je dat de onderkant aankoekt in de pan.

En dan is het tijd om de laatste hand te leggen aan deze fraaie variant op een ouderwetse gestampte pot: geraspte, jonge kaas. Al spatelend trek ik lange roomkleurige draden door het groengele gerecht. Ik proef. En ja hoor, de aardse smaak van de knolselderij is nu net wat dit traditionele gerecht boven zichzelf laat uitstijgen. De pan kan op tafel.

Machtig, kruidig en lekker

Perfect gesnipperde stukjes ui en met het mes genadeloos geplette knoflookteentjes vinden elkaar in de hitte van de licht spetterende olijfolie. Voor vier hongerigen belooft het recept. De zinderende geur die opstijgt uit de zwarte braadpan lijkt een goed voorteken. Als de ui glazig is en de knoflook langzaam in het mengsel ten onder gaat, is het tijd voor de worst.

Vier gelijke exemplaren liggen te wachten op de houten snijplank. Eerst moet het vel eraan geloven. Een kordate snee van het koksmes laat de strakke kanjers splijten. De worsten, door de slager zo onberispelijk opgesloten in hun cocon, weten niet hoe snel ze hun vrijheid moet terugpakken. Maar die is van korte duur. Eenmaal in de pan ontkomen ze niet meer aan de hakkende beweging met de houten spatel. Tak, tak, tak, er blijft geen hompje worstvlees gespaard. Langzaam kleurt het vlees lichtbruin, met hier en daar een donker randje.

Dan is het de beurt aan de specerij die dit gerecht zal opstuwen naar ongekende klasse: venkelzaad. Uit het kruidenpotje ontsnapt een geur die doet denken aan anijs, maar ook aan zoethout. Eén theelepel is genoeg om de magie te laten werken. En het zou geen Italiaans gerecht zijn als het niet afgetopt werd met de beste tomaten, 400 gram gepelde Pomodoro San Marzano. En dan maar pruttelen. Op een heel laag vuurtje, zodat niet alleen in de keuken, maar ook in de rest van het huis duidelijk wordt dat er vanavond iets lekkers op tafel komt.

Na een klein halfuurtje komt alles in een stroomversnelling. De spaghetti is afgewogen en klaar om in de grote pan te gaan, die inmiddels luid bubbelend aangeeft er klaar voor te zijn. Een grote pluk verse rucola ligt op de plank. Het koksmes snijdt door de knisperende blaadjes. Een sterke nootachtige geur komt los. Vervolgens zal deze fijngesneden groente zich voegen bij de nog steeds pruttelende saus. Nog tien minuten. Dan zijn de worst, de venkel en de rucola in perfecte harmonie en eten we Pasta al sugo di salsicce, de Italiaanse armeluis-keuken op haar best.